Oogmigraine in Winterfell (of Dopey in de Eifel)


Geen idee of het met h-EDS te maken heeft, maar sinds mijn 35e heb ik incidenteel last van oogmigraine. De eerste keer dat het gebeurde wist ik niet wat me overkwam. Het voelde als een bijbelse plaag of een bliksemschicht die in mijn hersens ontstond en signalen naar mijn ogen stuurden. Ik was in mijn eentje aan het winkelen toen ik vanuit mijn ooghoeken lichtflitsen zag die langzaam veranderden in diamantvormige flikkerende lichtkegels. Alsof mijn ogen een houseparty hielden, compleet met stroboscopen zonder dat ikzelf ergens vanaf wist. Sterker, ik was niet eens uitgenodigd. Ik was de buurvrouw die last van het gedonder had, woedend op de deur van de feestgangers klopte maar geen gehoor kreeg.

Langzaam breidden de flitsen in mijn ooghoeken zich uit, tot ik nog maar door een heel klein stipje kon kijken. Snel zocht ik midden tussen het winkelend publiek een bankje op, nam plaats en zag vervolgens niets meer. Zoals ik wel vaker heb in situaties waarin er totaal geen controle meer mogelijk is werd ik heel rustig en telde mijn zegeningen. Ik zat hier goed. Ik moest gewoon wachten tot het vanzelf weer overging.

En dat gebeurde ook. Na een minuut of twintig keerde mijn zicht langzaam terug en spoedde ik mij naar een ziekenhuis. Ik werd grondig onderzocht op verdenking van een (ehlers-danlos gerelateerde) netvliesloslating, maar dat bleek gelukkig loos alarm. Ik had ‘gewoon’ oogmigraine.

Daarna is het nog een aantal keren gebeurd en leerde ik dat extreem moe zijn, slecht slapen en stress triggers voor zo’n aanval waren.

Gisteravond was het weer zover. Zonder aankondiging vooraf barstte het feestje los. Op een berg in de Eifel, in een veilig huisje gelukkig, midden in een bloederige scene van Game of Thrones waarin een hoofd werd afgehakt. Ik begreep het al niet zo goed, wat deed die flitsende stroboscoop daar op de binnenplaats van het middeleeuws ogende Winterfell? Ik voelde me net Dopey, van de zeven dwergen, met die flonkerende diamanten in zijn ogen. ‘Dopey in de Eifel’. Het klonk als een stripboek. Ondertussen flikkerde het licht in Winterfell lekker door.

‘You know nothing, Jon Snow.’

Nee, zoveel was duidelijk. Ik zag de aflevering als een cycloop uit en strompelde naar mijn bed. Onderweg knalde ik drie keer hard als een dronkenman tegen een deurpost aan, waardoor ik weer ging twijfelen, ik had toch niets ernstigers? Hoorden evenwichtsproblemen bij oogmigraine? Ik wist het niet meer. ‘Het is ‘gewoon’ de EDS,’ suste ik mezelf. ‘Bindweefsel zit ook in ogen. Logisch toch.’

In bed trilde mijn telefoon. 'Hoe is het daar?' las ik op mijn schermpje. 'Flitsend!' antwoordde ik.

In gedachten ging ik mijn gangen na. Natuurlijk had ik mezelf overbelast. Ik was de dag ervoor met mijn geliefde  (ik ben van ons tweetjes de enige met een rijbewijs) in één ruk door naar de Eifel gereden, stond in files en had viereneenhalf uur over de tocht gedaan. Onderweg had ik halverwege al twee pijnlijke bloeddoorlopen ogen gehad, zere heupen van het gaspedaal constant ingedrukt houden en een pijnlijke schouder van het sturen. De dag erna waren we ’s morgens boodschappen gaan doen, hadden we een lange tocht door de omgeving gereden om ’s avonds voor het eten toch nog een (voor mijn doen) flinke wandeling te maken in de omgeving. Gekkenwerk natuurlijk. 

Misschien was deze hele onderneming dom geweest, met een niet gezond lichaam. Waarom overbelaste ik mezelf keer op keer? En nu lag ik hier, in een vreemd huisje, in een vreemd bed, op een berg half blind te wezen. Straks had ik iets ergs, en hoe kwam ik dan snel in een ziekenhuis? Alle spoken kwamen tegelijkertijd hun hok uit en vuurden hun rampscenario’s op me af. Morgen was het moederdag. Wat een cynische dag om in een ziekenhuis in een vreemd land te liggen.

Ja, ik weet het, als ik eenmaal op dreef ben kan ik overdrijven als de beste.

Vanmorgen werd ik gelukkig wakker met een helder zicht. Ik voelde me wel katerig, het was duidelijk dat het feest van die avond ervoor zijn sporen had achtergelaten, overal glazen, lege flessen en confetti, maar ik was niet blind en een beroerte of een herseninfarct had ik evennmin. Voor ik het wist lag ik dan ook alweer plannen te bedenken om diezelfde ochtend burchten te gaan bezoeken.

Ik opende de gordijnen. Het felle licht deed zeer aan mijn moede ogen. Ergens in mijn hoofd trapte een vergeten feestganger een glas kapot. ‘Zou je het niet liever een beetje rustig aan doen vandaag?’ opperde een stemmetje in mijn hoofd. ‘Die burchten staan er morgen ook nog wel, weet je.’

En natuurlijk had dat stemmetje gelijk. Nu nog leren luisteren.



Reacties